On a

On a

Volkskrant: Verwar de lichtheid van ons bestaan niet met leegte


Sinds de recente terroristische aanvallen op Parijs worden we aan alle kanten opgeroepen om ‘vooral gewoon door te gaan met onze manier van leven’. Zit op het terras! Dans, zoen, zuip! Koop de H&M leeg en lepel je linksdraaiende yoghurt weg alsof er niets aan de hand is. Het doet denken aan een wufte puber die door zijn moeder tot de orde wordt geroepen en zijn handpalm in haar gezicht duwt: ‘talk to the hand’ - alleen heeft moeder in dit geval een bomgordel om.

Zeker: eendracht is van belang, net als nuance, moed en discussie. Maar als we doorgaan op huidige voet bereiken we geen van alle. De kennis van de fundamenten van onze levensstijl is momenteel namelijk zo klein, dat IS maar een zetje hoeft te geven en we capituleren. Frankrijk blokkeert internetsites en sociale media. Er is al een tijdje een tendens tot censuur van belediging in het publieke debat en in de privésfeer. Uit respect voor de slachtoffers van Parijs wordt opgeroepen vooral niet te demonsteren en de hang naar veiligheid heeft de weg vrijgemaakt voor vergaande privacy inbreuken door de overheid. Wij zijn het zelf die onze gedachten- en bewegingsvrijheid inperken en daarmee ‘onze levensstijl’ tot lege huls degraderen.

Juist nu zou ik mensen willen oproepen in plaats van enkel wijn te drinken, je eens te verdiepen in de fundamenten van de rechtsstaat. In plaats van dat oeverloze geouwehoer op sociale media jezelf eens te bevragen over de grondbeginselen van de Verlichting, waarop die manier van leven gegrondvest is. In plaats van simplistische conclusies te trekken door IS met Islam, en Islam met vluchtelingen gelijk te stellen of - net zo stompzinnig – iedere vorm van godsdienstkritiek meteen af te doen als een fobie, je eens te verdiepen in de rol van religie in onze samenleving. Niet iedere moslim is persoonlijk verantwoordelijk voor de terreurdaden van IS, maar net doen alsof er geen enkel verband bestaat is even onzinnig. Een belangrijke pijler onder het Verlichtingsdenken is nu juist religiekritiek, zoals we die ook vrijuit op de katholieke kerk uiten. Sinds de misbruikschandalen is het aantal kerkelijke uitschrijvingen hoger dan ooit en op verjaardagen zal niemand schromen een grove grap te maken over grijpgrage priesters en jonge misdienaartjes. Een vorm van relativering die ook voor gematigde moslims in het huidige klimaat ondenkbaar is, laat staan voor buitenstaanders. In plaats van de geschiedenis van het westerse imperialisme als grote boosdoener van alle ellende aan te wijzen, besef dat het pas echt paternalistisch is om mensen niet voor hun eigen daden verantwoordelijk te houden.

Nuance is een groot goed, maar bestaat nu juist bij de gratie van onze levensvorm – die relativeren getuigt van domheid of lafheid. Sta er eens bij stil wat het betekent in een samenleving te wonen waarin je de vrijheid hebt alles te bevragen, bekritiseren, onderzoeken en op ieder moment van gedachten te veranderen, een samenleving die bovendien ook de mensen omarmt die daar niet voor kiezen en juist willen leven vanuit een goddelijk voorschrift. Verwar die tolerantie niet met inwisselbaarheid: omgekeerd zou de vlieger namelijk niet opgaan. Dat lijken we zelf te zijn vergeten en dat stralen we uit, waardoor zelfs gematigde gelovigen ons als leeghoofdige pubers zonder waardig alternatief kunnen wegzetten. Of dat nu een moslim is als Nourdeen Wildeman die stelt dat “islam niet ondergeschikt is aan een andere norm”, of een christen als Beatrice de Graaf die zegt: “als je alle religie van de maatschappelijke tafel schuift, hou je een lege tafel over.”

Dus: geen oorlogstaal, maar iets meer bezinksel in de benen. Niet ‘gewoon doorgaan’ en net doen of het spook onder het bed er niet zit, maar onze waarden beter kennen, snappen en uitdragen zodat de lichtheid van ons bestaan niet kan worden verward met leegte. Zo wordt voor een groep mensen in loyaliteitscrisis duidelijk dat er wel degelijk een waardevol alternatief bestaat. Een volle, gedekte tafel leunend op een fundament dat nog steeds de meest inclusieve samenlevingsvorm ter wereld garandeert: mensen met een afwijkende mening en mensen zonder mening, mannen in string en vrouwen in hijab, gelovigen en ongelovigen, grappenmakers en einzelgängers. Met wijn voor de liefhebber. Als dat geen contraterrorisme is, weet ik het niet meer.

Lees hier op De Volkskrant-pagina: http://www.volkskrant.nl/opinie/verwar-de-lichtheid-van-ons-bestaan-niet-met-leegte~a4195884/

 

NRC - Een brief over 'de toon'? Ga aan het werk


Afgelopen dinsdag verscheen een open brief van nagenoeg alle fractievoorzitters, met daarin een oproep aan het volk tot matiging van de toon van het asieldebat. Dit naar aanleiding van incidenten in onder andere Steenbergen, waar een inspraakavond op een voetbalwedstrijd leek – inclusief rijmend spreekkoor ‘AZC, weg ermee’ - en de uitgebrande auto’s van de GroenLinks-fractievoorzitter van Wormerland. Met deze brief heeft de politiek haar eigen faillissement aangekondigd. Want, waarde fractievoorzitters: er staat een huis in brand en de bewoners hebben jullie – de brandweer – steeds klemmender om hulp gevraagd, zonder gehoor. Nu iedereen in paniek is en ruziet over de juiste aanpak, komen jullie opeens eensgezind de hoek om rijden en in plaats van rap te blussen is de boodschap: eerst aardig vragen. Het is een gotspe. Jullie hebben een vacuüm gecreëerd tussen voorzienbare problemen en een daadkrachtig antwoord en hoe langer dat voortduurt, hoe wanhopiger mensen worden. Betekent dit dat de rust terugkeert als jullie doen wat het volk roept? Nee, juist die cirkel van cliëntelisme gericht op kortetermijngewin is mede debet aan deze situatie. Je hoeft niet te begrijpen waarom de (echte) brandweer soms een schuimdeken aanbrengt of waterschermen optrekt; we vertrouwen liever op hun kennis en daadkracht dan op de buurvrouw die schreeuwt dat we emmertjes water moeten halen.

Voorlichting
Het enige antwoord op de huidige paniek is leiderschap met visie, waarbij verschillende zaken snel en gelijktijdig worden aangepakt. Zoals voorlichting. Als Wilders roept dat Dijkhoff zó veel vluchtelingen wil toelaten dat er geheime lijsten met te vullen AZC’s en leegstaande kantoorpanden klaarliggen: hul je niet in stilzwijgen. Zeg hardop dat het COA specifiek is opgezet als krimp- en groeiorganisatie, die in 2012 nog een forse reorganisatie moest ondergaan met een banenverlies van 40% en de sluiting van vijf AZC’s omdat er nog maar 15.000 mensen werden opgevangen (versus 84.000 in 2001). Houd Wilders niet steeds verantwoordelijk voor gegoochel met cijfers en paniekzaaierij, als het ministerie het zelf niet helder heeft: Dijkhoff’s voorganger Teeven riep vorig jaar opeens dat er 1.000 asielzoekers per week binnenkwamen, waarmee hij de eindstand voor 2014 op 65.000 voorspelde – een getal dat diezelfde avond groot op de journaals verscheen. Het werden er 27.000. COA-directeur Bakker deed vorige maand hetzelfde door te stellen dat ‘de huidige instroom van asielzoekers een uniek probleem is’ en er ‘1800 asielzoekers per week binnenkomen’. Vermenigvuldig dit met 52 weken en zelfs de meest notoire voorstander begint te wankelen. Maar op basis van een periodieke stijging is geen trend vast te stellen: de eerste helft van dit jaar was juist een daling te zien en 2015 sluiten we volgens de IND af rond de 55.000. Mede debet is verwarrende terminologie: ‘asielinstroom’ heeft niets te maken met mensen die we op beelden vers over de grens zien komen, het ziet toe op het aantal formulieren dat we te verwerken krijgen – dat zijn de eerste-, tweede-, vervolgaanvragen en nareis, mogelijk nog van vorig jaar. Dus zelfs als Jesse Klaver een positief bedoelde opmerking over een afgenomen ‘asielinstroom’ wil maken, slaat hij de plank mis. Ontsla die falende voorlichters en neem een rekenhoofd aan dat cijfers, definities en context in heldere infographics op de site van het ministerie zet.

Wees eerlijk en pak de onderliggende problemen aan. Mensen zijn bang voor verdringing op de woningmarkt door de toename van statushouders die moeten worden gehuisvest. Maar de krimp van de voorraad sociale huurwoningen staat al sinds Rutte I vooraan. De VVD beoogde in haar laatste verkiezingsprogramma een halvering, en het beleid van Woonminister Blok heeft als doelstelling 280.000 minder binnen vijf jaar. Doe niet alsof de grotere aantallen vluchtelingen, die overigens te voorzien waren, nu alle problemen veroorzaken.

Visie
Doe eens gek en toon visie. De focus op push- en pullfactoren (zoals Zijlstra’s ‘schrale voorzieningen’) is bewezen achterhaald: de motieven van migratie – buiten vluchten voor oorlogsgeweld -  hangen nauw samen met globalisering. Het wegvallen van grenzen wereldwijd zorgt voor een oneindige vloed van kapitaal, goederen en informatie, maar aan de andere kant ook voor migratiestromen vanuit ontwikkelingslanden. De platte aarde heeft een ‘offshore economie’ met belastingparadijzen gecreëerd die gigantische winsten voor het bedrijfsleven met zich meebrengt. Maar de kosten voor migratiestromen zijn voor de samenleving. Wat te denken van een globaliseringsheffing? Dit in combinatie met het snel doorvoeren van de voorgenomen lastenverlaging op arbeid en –verhoging op vermogen die het kabinet steeds weer op de lange baan schuift, zou de angst voor welvaartsverlies verminderen.
Kortom, waarde fractievoorzitters: handen uit de mouwen in plaats van de aandacht afleiden met ‘de toon van het debat.’ Zodra u dat doet, zullen wij deze brief als niet verzonden beschouwen.
NRC Handelsblad 30 oktober 2015
Illustratie: Hajo



Klaar met krimpende vrouwen


Als ik op een feestje bij het lopend buffet zoveel mogelijk heb opgeschept en vervolgens ongestoord van mijn eten wil genieten, begin ik altijd over feminisme. Gegarandeerd dat ik binnen vijf minuten alleen aan een tafeltje zit, in een verder volle zaal. 

Er is geen onderwerp dat de sfeer sneller verpest dan De Vrouwenzaak. De rollende ogen die zeggen 'Wat een onzin, ga in Pakistan kijken', tegenover de rode konen bij het pleidooi waarom het ook, 'juist!', in Nederland van belang is. Laten we geen onvergelijkbare grootheden hanteren, maar ons concentreren op de feiten, in eigen land - trek daarna je conclusie. 

Het lijkt me een logisch en gezond uitgangspunt ernaar te streven dat de mensen die de helft van een samenleving vormen, vrouwen, evenveel verantwoordelijkheid dragen voor het beleid van die samenleving. En niet, zoals nu, voornamelijk uitvoeren wat die andere helft, mannen, als koers heeft uitgezet. Als je daar even over nadenkt, realiseer je je misschien hoe onzinnig en feilbaar dat klinkt, als systeem waarin we onze zonen en dochters afleveren. Diezelfde zonen en dochters die we opvoeden met het idee dat zij gelijkwaardig zijn en evenveel in te brengen hebben. Je zou voor de grap je zoon(s) eens een week over alles moeten laten beslissen voor je dochter(s), als voorbereiding op de echte wereld. Die wereld waarin het hoofdzakelijk mannen zijn die in politiek, cultuur en bedrijfsleven de lijnen uitzetten, waarnaar al die slimme dochters zich op enig moment in hun leven voegen. 

Luxe-probleem
‘Het valt allemaal wel mee’, hoor ik vaak. Nee, dat doet het niet. We hebben in Nederland 10% vrouwen in het senior management – een percentage dat al jaren gelijk blijft en waarmee we wereldwijd onderaan staan, ónder India en de Verenigde Arabische Emiraten. De fractievoorzitters van de zes grootste partijen zijn allen man. Wat wij in de media zien wordt hoofdzakelijk bepaald door mannen, kijk bijvoorbeeld naar de filmindustrie met een 5:1 man-vrouw ratio. 

En als je dat een luxe-probleem vindt, weet dan dit: huiselijk geweld is in ons land de meest omvangrijke vorm van geweld[1], verantwoordelijk voor éénderde van alle vrouwenmoorden. Onderzoek wijst (financiële) afhankelijkheid aan als belangrijkste oorzaak: er is een scheve machtsverhouding waardoor vrouwen zich niet kunnen losbreken uit giftige relaties. We hebben niets aan mensen -meestal vrouwen die het wél redden en mannen die er in hun omgeving nooit mee geconfronteerd zijn - die vanaf de zijlijn roepen dat Nederlandse vrouwen nu eenmaal lui, prinsesserig en kind-geobsedeerd zijn. Dat is net zo effectief als een slanke vrouw die op een Weight Watchers-bijeenkomst roept: 'Ik heb toch ook nergens last van? Jullie moeten gewoon minder vreten!' Daarmee hanteer je een micro-redenering over een macroprobleem - daar schiet niemand iets mee op. Applaus voor jezelf, zou Mijnheer Kaktus zeggen; maar als we structureel iets willen veranderen zullen we dat niveau toch echt moeten ontstijgen.     

De vrouw als bijna-man
Een cruciaal pijnpunt is dat in ons wereldbeeld de man nog steeds maatgevend is. Mijn favoriete columnist Maxim Februari zei eens: ‘toen ik nog een vrouw was en in een vergadering iets slims zei, praatten mensen meestal door. Nu ik een man ben, luistert iedereen onmiddellijk.’ We hebben het over ‘vrouwen met ballen’ of ‘powervrouwen’, alsof je kloten of bovenaardse krachten moet bezitten om als vrouw leiding te kunnen geven, om expert te kunnen zijn. En dan die bewezen ineffectieve focus op diversiteitsprogramma’s en quota, terwijl daarmee niets aan ingesleten denkbeelden wordt gedaan. Het begint bij gedragsverandering, niet bij omgevingsverandering. 

Speak up
Ik had vliegles van de eerste vrouwelijke instructeur van Nederland en terwijl wij samen boven zee vlogen, vertelde ze mij hoe ze vanaf de jaren '70 was tegengewerkt. Ze was recht in haar gezicht uitgelachen en achter haar rug geboycot, maar ze bleef stug doorgaan. ‘Wat een inspirerend verhaal’, zei ik haar, ‘U zou dat aan meer vrouwen moeten vertellen.’ Toen antwoordde zij: ‘Je ergens over uitspreken begint bij jezelf.’ Touché. 

Dus bij dezen. 

Aan alle mannen van Nederland: dit is geen vrouwenprobleem, dit is ook jullie probleem. Dit is de wereld waarin jullie dochters zo meteen een bestaan moeten opbouwen, de meisjes die jullie nu opvoeden alsof er geen verschil is, alsof ze alles kunnen bereiken – jullie liegen ze voor. Kijk naar je eigen werk- en gezinssituatie: dát is de realiteit waarin jullie meisjes en vrouwen afleveren. Ben je daar tevreden mee, of gun je hen iets anders? 

Stop met krimpen
Maar vooral aan alle vrouwen van Nederland: stand your ground. Je hoeft jezelf niet groter te maken dan je bent, maar maak jezelf niet kleiner – beetje bij beetje en door de jaren heen, zoals waarschijnlijk je moeder en oma vóór je hebben gedaan. Investeer niet alles in je kinderen met de gedachte dat ze dan een prachtige maatschappelijke carrière te wachten staat, terwijl jij zelf het tegenovergestelde voorleeft. Als iets moeilijk, zwaar, eng of onbereikbaar lijkt: zeg ja. Je overleeft het wel. Begin niet iedere zin met sorry. Wees wat minder bezig met hoe je eruit ziet (en hoe andere vrouwen eruit zien) en meer met wat je betekent. Doe niet stoer of schamper tegen andere vrouwen. Reik ze de hand en stimuleer ze hetzelfde te doen. 

Creëer ruimte. 

Of, zoals de pas 20-jarige Lily Myers het hieronder zo prachtig verwoordt: wees geen krimpende vrouw. Het is erfelijk. 









[1] 230.000 gevallen van ernstig/herhaald geweld per jaar

NRC Handelsblad - Kliktivisme: voor een betere wereld of je ego?


Mijn buurman is een activist. Alleen al vorige week heeft hij zich ingezet voor, dan wel tegen, schoon drinkwater in Niger, wantoestanden in de vleesindustrie, het stropen van wild in Zimbabwe en het opsporen van de daders van diefstal in een Brabants woonhuis. Daarnaast werkt hij fulltime en heeft een gezin. Mijn buurman hoort bij een razendsnel groeiende, nieuwe groep actievoerders: de kliktivisten.   




Wie actief is op sociale media kent het wel: de eindeloze stroom te liken of delen goede doelen en acties die op het scherm voorbij trekt. Levende kuikens die de shredder in gaan, gevilde honden en huilende kinderen – alles is geoorloofd om het belang van dít specifieke doel te onderstrepen. Zo af en toe kan iemand op een goedkeurende duim rekenen: een ‘klik’ als blijk van afschuw, oprechte steun of simpelweg ter bevordering van de relatie. Je hebt de notoire kliktivisten, waarvan het lijkt alsof ze een leven aan morele verontwaardiging hebben opgespaard tot sociale media werden uitgevonden, en de incidentele kliktivisten, meestal geleid door actualiteit of persoonlijke betrokkenheid. Gemene deler is de goede bedoeling. Is dit het online equivalent van ouderwets activisme? Of is het niet meer dan leunstoelbetrokkenheid die weinig effect heeft op sociale dan wel politieke gebruiken, maar eerder dient als samaritaanmasturbatie. Een paar seconden feel good ontlading over je eigen goede inborst.

Hoewel een groot deel van ons leven zich inmiddels in een virtuele wereld afspeelt, heeft het onrecht dat we willen bestrijden betrekking op zaken die plaatsvinden in de echte wereld. Van online bewustwording naar offline actie. Het vreemde is dat die overbrugging nauwelijks plaatsvindt. Hoe vaak komt het voor dat je met iemand het gesprek aangaat over een actie waarvoor hij online je steun zocht? De collega die net op Facebook haar hartenkreet uitte over ontvoerde schoolmeisjes in Nigeria, rept tien minuten later bij de lunch nergens meer over. Alsof we met het afsluiten van de computer, ook die versie van onszelf uitzetten: de hyperactieve, sociaal bewogen en immer stralende virtual you vervaagt met het zwart worden van het scherm, en als je bent opgestaan ben je weer gewoon die man of vrouw met te weinig slaap, geïrriteerde darmen en een boodschappenlijst waarop naast vla en biologische kip geen Nigeriaanse schoolmeisjes voorkomen.  

In een artikel in The Guardian van april jl., een jaar nadat de ontvoeringen van bovengenoemde meisjes plaatsvonden, werd de vraag gesteld of de massaal gedeelde, online #bringbackourgirls campagne effectief is geweest. De campagnedirecteur van A World At School, Ben Hewitt, constateerde nuchter: “de meisjes zijn nog steeds vermist.” Uit een studie gepubliceerd in The Journal of Sociological Science in februari 2014, bleek dat de meerderheid van de mensen die een goed doel of Facebookpagina liken, dat niet opvolgen met een donatie. De onderzoekers analyseerden de ‘Red Darfur’ pagina – met ruim 1 miljoen leden in 2010 een van de grootste online acties. Gelet op de omvang van de groep en de urgentie van het onderwerp (genocide), was de opbrengst schamel. Over een tijdspanne van drie jaar deden minder dan 3000 mensen (0,24%) een donatie, voor een totaalbedrag van EUR 81.000. Een fractie van het bedrag dat inmiddels met traditionele acties was opgehaald. UNICEF Zweden lanceerde in 2013 de online campagne ‘Likes don’t save lives’. Er was een advertentie met de tekst ‘Like us on Facebook, and we will vaccinate zero children against polio’ en een serie filmpjes. Tegelijkertijd hield men een onderzoek met een opvallende uitkomst: één op de zeven ondervraagden vond dat een like voor een goed doel op Facebook gelijk stond aan geld doneren.

Er is sprake van wat ik in een eerder artikel eens de ‘Action Gap’ noemde: een kloof tussen onze fysieke leefwereld en virtuele belevingswereld, die tot apathie leidt. Het gevaar is dat men dit zelf niet zo ervaart omdat er online zo’n actief leven wordt geleid. Kliktivisme is hiervan een voortvloeisel: onze almaar toenemende online activiteit omgekeerd evenredig aan onze feitelijke sociale betrokkenheid. Zo kan het gebeuren dat in een tijd waarin iedere onwelgevallige stem in de samenleving wordt gemuilkorfd, we online onbevreesd ‘Charlie’ zijn (op een sociaal platform dat een censuurbeleid hanteert met een web van verklikkers). In dorpen en steden bijna niemand elkaar nog kent, maar we virtueel onze zorgen delen over alle weggelopen pubermeisjes van Weert tot Groningen, en gruwelfoto’s van plofkippen massaal worden gedeeld, terwijl we al twee kabinetten stemmen op de partij die megastallen cultiveert.  

Misschien is dat ook wel het grote verschil tussen offline en online activisme: waar het één iets ongemakkelijks heeft, zoals met de collectebus lopen of mensen rechtstreeks aanspreken voor steun, is het ander prettig – één klik en je voelt je betrokken en werelds. Waar het één je buiten de groep zet en kwetsbaar maakt, is het ander iets waarmee je je juist bij een groep schaart en je online identiteit op positieve wijze vormgeeft. Het is geen marketing als middel, ten behoeve van verandering, het is marketing, full stop. En waar fysiek activisme een doorn in het oog is van machtspartijen, is kliktivisme een goudmijn voor diezelfde partijen, met alle metrische systemen die ze erop loslaten om ons gedrag minutieus in kaart te brengen.

Activisme komt in allerlei vormen, maar heeft één onmisbaar element: het vergt een krachtinspanning. Om verandering in bestaande structuren aan te brengen, moet je je vaak inlezen in complexe materie en confrontaties aangaan. Zoiets vergt vanuit je onderbuik de wilskracht en spierballen vergelijkbaar met het kunnen omduwen van een rots die de weg blokkeert naar een betere toekomst voor je kind: “niet hiér moet jij staan, maar dáár. En nou aan de kant, verdomme.” Bewustwording is in sommige gevallen voldoende om gedragsverandering te bewerkstelligen en er zijn online acties en petities die wel de brug naar de echte wereld weten te slaan. Maar als je achteloos klikt op van alles dat voorbij komt, vraag je dan eens af wat er vervolgens gebeurt. Want we kunnen ons wel bewust zijn van het obstakel op de weg, hoe groot ‘ie is, welke oetlul hem daar heeft neergelegd en hoeveel kinderen er al tegenaan zijn gefietst, maar daarmee hebben we hem nog niet verplaatst.

Niemand trekt de goede bedoelingen in twijfel van de miljoenen mensen die dagelijks hun wijsvinger trainen voor een betere wereld. De vraag is alleen: kweek je er sportschoolspierballen mee die vooral je eigen ego ten goede komen, of het soort spierballen dat je nodig hebt om een massa te verplaatsen.